De Mulgracht was een schans, een versterking, opgericht door de plaatselijke bevolking van een gehucht waarop zij zich konden terugtrekken als rondtrekkende leger- en/of roversbendes de streek onveilig maakten. De meeste schansen dateren uit de 80-jarige oorlog (1568 – 1648) De opbouw van een schans bestond uit een brede, diepe gracht waarbij het vrijgekomen zand opgehoopt werd aan de kant van de schans en later beplant werd met sterke stekelige hagen zodat er een verdedigingswal ontstond. Een soort ophaalbrug verleende toegang tot de schans. De ringgracht diende, ook in de droge zomers, vol water te staan. Daarom verkoos men een lager gelegen perceel, dat men ophoogde met de zavel van de plaatselijke landduin.
Buiten de schansomwalling werd hier een gans kanalennet aangelegd om ten allen tijde te kunnen voorzien in water. Dit ingenieus systeem van aan- en afwatering werd gerealiseerd met behulp van de plaatselijke Waterbroekloop en de Millegemloop.